Opkontje Borsthonger
Vrienden van Borsthonger! Een spannend moment: we naderen de 80 procent van het streefbedrag! Met 80 procent beschouwt Voordekunst de werving als geslaagd en gaat alles door: jij krijgt je boek(en), ik krijg het geld om de zaak te bekostigen.
Intussen heb ik de eerste proef gecorrigeerd en is de opmaker begonnen ze in te voeren. Bijna klaar om te drukken…
Maar nu de teller op 78 procent staat, kan de campagne wel een opkontje gebruiken om over die magische grens heen te komen. En vervolgens liefst nog verder door te groeien, zodat ik een wat grotere oplage (tegen een relatief lager bedrag) kan laten maken.
Ik ga dus nog even door met mensen uit mijn netwerk benaderen. We hebben nog ruim drie weken dus ik heb er vertrouwen in. Als jij nog iemand weet voor wie dit interessant kan zijn, deel je dan deze campagne met diegene?
Als kleine tegenprestatie deel ik hier weer wat fragmenten, citaten uit de tekst. Zodat je een indruk krijgt hoe gevarieerd het boek is.
Alweer bedankt!
Jac.
(p 183 hst 32:)
Ja, soms wist hij het heus wel: dat het niet erom gaat iets te bereiken maar om je tijd zo goed mogelijk door te brengen. Maar dan was daar weer de vraag ‘wat is goed’, die je zo kon bezighouden dat je compleet vergat om je heen te kijken op je klimmende of dalende pad.
(p 208 hst 35:)
Haar hand bezat een onnavolgbare ritmiek. Een soort free jazz met steeds een puls direct na de beat, syncopisch en swingend, even onnavolgbaar als onweerstaanbaar.
Vervelend was wel dat hij nadien met een natte broek bleef zitten.
(p 220 hst 37:)
Toen de schemering bijna was gedoofd en de stadslichten hen weer aan alle kanten omgaven, sloeg Maria zijn aanbod af om nog iets te gaan drinken. Ze namen afscheid op het ondergrondse perron van de nieuwe lijn die deze buitenwijk met de hare verbond. Hij kwam daarna bovengronds met het gevoel alsof hij haar in de aarde had achtergelaten. In de verte verscheen, tussen de schoorstenen van het mortuarium van het academisch ziekenhuis, de maan pisgeel en ontzaglijk groot.
(p 238 hst 41:)
Intussen stapt hij weer soepel over naar andere bestaansfragmenten. Te soepel misschien, het kost moeite in het heden te verblijven. Maar wat geeft het. Uiteindelijk monden al die fragmenten uit in dit moment, het tijdstip en de plaats waar je nu bent. Daniël hecht niet overdreven aan oorzakelijke verbanden. Gelukkig maar, anders was hij de draad allang kwijt. Niet dat hij die draad nog volgt. Het kan hem niet zoveel schelen. Alleen het afgelopen jaar, hoe hij van toen naar nu kwam, dat wil hij toch bevatten, vandaag is er de dag voor. Doorgronden voor zolang nodig, om het dan weer los te laten.
(p 312 hst 54:)
Hoe zei Tomas het ook weer voordat hij opstapte? Zo ongeveer:
– Jouw leven wordt beheerst door een dubbele ontkenning: een gemis dat je probeert te negeren. Zo vul je het ene gat met het andere, waarde vriend.
Waarop Daniël enkel kon instemmen en hem aanvulde:
– Misschien werd ik daarom altijd zo aangetrokken door borsten. Zij vormen het diapositief van mijn dubbele negatie. Met hun naar voren springende vorm en hun leven-schenkende karakter zijn ze de ultieme dubbele bevestiging van het leven.
– En de cleavage is jouw verdwijnpunt, makker. Ik betaal.
Toen liep Tomas naar de bar en rekende af. Gelukkig maar want Daniël heeft geen cent te makken. Bij de deur stak Tomas zijn hand nog op en Daniël zwaaide ten afscheid. Nog geen kwartier geleden. Benieuwd of hij hem ooit zou weerzien.
Daniël liep naar het toilet en leegde zijn blaas.
‘De cleavage is jouw verdwijnpunt.’ Dat had Tomas toch weer puntig geformuleerd. Ook al heeft hij een pesthekel aan dat woord, zoals hij onnodig Engels altijd verfoeit, maar “decolleté” is ook even inheems als een kaketoe en je krijgt glazige blikken als je spreekt van een lage uitsnijding.