Ik vraag hoe het nu met hem is, bijna twee jaar nadat hij met pensioen ging. Of hij in het beruchte zwarte gat is gevallen dat mensen vaak ervaren na een lang werkzaam leven. We staan in de rij voor de kassa van de supermarkt, hij voor mij. Hij kijkt me glimlachend aan met het rustige, vertrouwde gezicht dat vijftien jaar lang dat van mijn huisarts is geweest. ‘Helemaal niet! Ik heb mijn vak geen dag gemist sinds ik ben gestopt. Ik voel geen haast, ik heb nu overal veel meer tijd voor. Voor de kleinkinderen bijvoorbeeld.’
Ik zie hem wel eens fietsen, een trotse en vertederde grootvader met zijn kleinkind op het stuurzitje, het blonde kinderhoofdje onder het zijne.
‘Weet je,’ vervolgt hij, ‘ik ben veel meer ontspannen nu ik verlost ben van al die verantwoordelijkheden. Zelfs mijn schouders zijn meer gaan hangen.’ Het klinkt tevreden. Terwijl hij de boodschappen in zijn tas laadt vraagt hij: ‘Hoe is het met jullie boek?
Wij zijn bezig met de laatste interviews, antwoord ik hem. Het duurt allemaal wat langer dan voorzien. We doen dit ernaast; intussen moeten we de kost verdienen met schrijfwerk in opdracht. We hadden gehoopt dat een van de partijen die zich enthousiast hadden betoond over ons project, ons ook met een lening, een voorschot of een aanbetaling van de straat kon houden, maar dat viel tegen. Mogelijk dat we binnenkort op crowdfunding overstappen. U bent dan de eerste die het hoort.
Mijn uitleg aan mijn ex-huisarts was een stuk bondiger, maar nu we het er toch over hebben… Hoe dan ook, voordat hij wegliep zei hij: ‘Maar dat heeft toch ook helemaal geen haast.’
Dit was uiteraard vooral projectie van zijn eigen nieuwverworven relaxte levenshouding. Want wij gaan er vanaf deze maand wel degelijk werk van maken – en vaart erachter zetten.